Bij veel mensen roept een eetstoornis het beeld op van broodmagere meisjes.
Maar lang niet altijd gaan eetproblemen gepaard met ondergewicht.
Ik wil je graag een reëel beeld meegeven wat een eetstoornis is.
Voor de meeste mensen is eten gewoon iets wat je gewoon doet, het is meestal ook prettig.
Soms is het een probleem, bijvoorbeeld wanneer je meer zou willen eten dan goed of gezond voor je is.
Maar wanneer heb je nou een eetstoornis, en wat is dat dan?
Ik kan me ook voorstellen dat je je misschien afvraagt waarin een “normaal” eetprobleem verschilt van een eetstoornis.
De definitie van een eetstoornis is: wanneer het eten op een of andere manier een probleem is in je persoonlijke, sociale of beroepsmatige leven.
Dat kan betekenen dat je niet kúnt eten, of niet genoeg kunt eten, of te weinig dúrft te eten.
Het kan ook betekenen dat je teveel eet en dat je moeilijk kunt stoppen met eten.
Als dat eten een probleem oplevert in je dagelijks leven, voor je gezondheid, voor je omgang met andere mensen of voor je ontwikkelmogelijkheden in leren of in beroepsmatige omgevingen dan spreek je over een eetstoornis.
Een eetstoornis is een psychische ziekte die heel veel problemen kan veroorzaken voor jezelf en je omgeving en die ook lang kan duren en die tot veel morbiditeit (lees: ziektegedrag) en tot mortaliteit (lees: overlijden) kan lijden.
Als je het hebt over eetproblemen dan hebben we het over ontzettend veel mensen, jong én oud(er).
Heel veel mensen kunnen op ieder moment in hun leven een eetprobleem oplopen. Bijvoorbeeld wanneer je een beugel krijgt en je tanden doen pijn als je moet kauwen, dan kan je een eetprobleem ontwikkelen.
En het verschil tussen een eetprobleem, dat dus veelvuldig voorkomt, en een eetstoornis, welke dus relatief weinig voorkomt, is zoals hierboven staat de impact die het heeft op je persoonlijke, sociale en/of beroepsmatige omgeving.
Een eetstoornis kan ook een uiting zijn van een situatie waarin je niet gelukkig bent of op de een of andere manier problemen hebt opgelopen.
Neem bijvoorbeeld topsporters die doen aan wedstrijdzwemmen: zij moeten gewicht verliezen vanwege hun beroep (het uitoefenen van de sport). Zo kunnen ze echter wel een eetstoornis oplopen, en dat bekent dat je het niet meer in de hand hebt.
Dus je kunt afvallen omdat je het wilt maar als het afvallen op een gegeven moment een dwang wordt dan heb je een stoornis.
Het omgekeerde geldt ook.
Als je teveel eet, ieder mens eet weleens een zak M&M’s op de bank, en je niet meer kunt stoppen met dooreten dan wordt het een eetstoornis.
Er zijn in de reguliere zorgkwalificatiesystemen verschillende voedings- en eetstoornissen.
De voedingsstoornissen zijn de stoornissen waarbij je een probleem hebt met het jezelf voeden of het gevoed worden, en dat kan bijvoorbeeld optreden bij hele jonge kinderen die te selectief eten en allerlei dingen niet lusten. Nou is dat eigenlijk best wel gewoon, en op het moment dat je een jaar of twee bent en het woord ‘nee’ ontdekt ga je dat woord ‘nee’ uiten ten opzichte van van alles en dus ook ten opzichte van eten.
Wanneer je als ouder je kind niet zo ver krijgt dat het toch nieuwe dingen probeert te eten, dan kan er op een gegeven moment een selectieve eetstoornis ontstaan.
Dat wordt in zorgland de vermijdend selectieve voedselopname stoornis genoemd, in het Engels wordt het Avoidant Restrictive Food Intake Disorder genoemd, tegenwoordig beter bekend onder de naam ‘ARFID’.
ARFID komt waarschijnlijk best wel veel voor. Maar omdat het nog niet zo lang een naam heeft, werd het nog niet zoveel gediagnosticeerd.
ARFID is één van de voedingsstoornissen.
En de voedingsstoornissen en de eetstoornissen staan samen in één hoofdstuk in het reguliere zorgkwalificatiesysteem: de DSM (wat staat voor Diagnostic of Statistical Manual of mental disorders).
Wanneer we het hebben over de eetstoornissen dan gaat het niet over de moeite die je hebt om voeding naar binnen te krijgen, zoals bij ARFID, maar over de moeite om het op te eten.
Je kúnt het wel opeten maar je dúrft het niet want je bent bang dat je dik wordt of je bent bang dat je teveel eet en je het dan weer kwijt moet raken of zoiets.
En dan hebben we het over de eetstoornissen.
Van de eetstoornissen zijn er drie het meest bekend.
Dat zijn anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetbuistoornis (ook wel bekend onder de naam BED, Binge Eating Disorder).
Anorexia nervosa is een ziektebeeld dat bij de meeste mensen wel bekend zal zijn want anorexia nervosa kun je (op een gegeven moment) zien aan een kind of volwassene, en wat zie je dan? Dan zie je dat iemand heel erg mager is en er slecht uit gaat zien.
Boulimia nervosa is bij uitstek de geheime eetstoornis. Daarbij zie je niks aan iemand maar iemand lijdt wel heel erg onder zijn of haar moeite met eten en met zijn of haar eigen lichaam.
Datzelfde geldt natuurlijk ook bij mensen met anorexia nervosa want daarbij zijn mensen heel erg bang dat ze dik zijn, dik zullen worden of aankomen in gewicht.
Bij boulimia nervosa zie je dat eigenlijk ook wel maar daarbij eet iemand wel voldoende om een normaal gewicht te behouden. Boulimia nervosa is dus bij uitstek een ziektebeeld waarover mensen het dus niet hebben maar waaraan ze wel enorm kunnen lijden.
De eetbuistoornis is ook een ziektebeeld dat je gaat zien want daarbij worden mensen zwaar.
Nou is de afgrenzing tussen obesitas en de eetbuistoornis natuurlijk niet altijd zo makkelijk te maken want mensen met een eetbuistoornis lijden heel erg aan hun overgewicht en aan hun onvermogen om te stoppen met eten, ook als ze dat willen.
Als je één van deze drie eetstoornissen of de voedingsstoornis ARFID hebt dan is het belangrijk dat je daar hulp voor zoekt, en het liefst zo snel mogelijk. Dat is niet zo vanzelfsprekend bij eetstoornissen, en ook niet bij de voedingsstoornis. Bij de voedingsstoornis is het niet zo vanzelfsprekend omdat het vaak lang duurt voordat mensen het herkennen. En bij de eetstoornissen is het niet zo vanzelfsprekend omdat het vaak lang duurt voordat iemand er openlijk voor uit komt, en sterker nog zelf zegt dat diegene hulp nodig heeft want hij of zij komt er zelf niet uit.
Wanneer iemand een eetstoornis heeft dan ontstaat er een bijzondere situatie. En deze situatie wil ik vergelijken met wanneer je een been breekt.
Als je je been breekt, wil je alleen maar dat je er heel snel vanaf bent en daarom wil je wel gips of je wilt geopereerd worden, ook al doet het pijn want het doet al veel pijn, en dus zoek je hulp.
Bij een eetstoornis ontstaat er iets waarbij iemand zegt “ik weet nu wat ik heb maar ik ben als de dood voor wat er komt als ik hulp ga zoeken”. En dat maakt dat mensen vaak heel ambivalent zijn in het naar buiten komen met hun eetprobleem en daar hulp voor zoeken.
Wat is jouw ervaring met een eetstoornis?